IJshockey is een snelle sport die op een ijsbaan wordt gespeeld. Hiervoor heb je dan natuurlijk schaatsen en een stick nodig. Het is het noodzakelijk dat een goede en complete uitrusting gedragen wordt om de deelnemers voldoende te beschermen bij gebeurtenissen als:
- vallen op het ijs
- tegen de boarding aan komen
- rondvliegende pucks
- slaande sticks
Zoals in het begin al aangegeven heeft een speler schaatsen nodig. Deze zijn speciaal voor deze sport gemaakt: ze zijn voorzien van extra versteviging als bescherming van voet en enkel. Voor goede grip op het ijs dienen de schaatsen goed (hol) geslepen te zijn zodat de speler snel kan wenden, draaien en stoppen.
De selectie van de stick gebeurt op individuele basis, welke afhankelijk is van de schaatsstijl. Meestal kan men zeggen, dat als de stick correct aanvoelt, de kans groot is dat je de juiste hebt gekozen.De sticks zijn gemaakt voor een linkse of rechtse hantering. Er is een eenvoudig trukje om te weten of je een linkse of een rechtse stick nodig hebt: neem een borstel en veeg de vloer. Indien je met je linkerhand de borstelsteel lager vasthoudt dan met je rechterhand, dan heb je een linkse stick nodig. Indien je met je rechterhand de borstelsteel lager vasthoudt dan met je linkerhand, dan heb je een rechtse stick nodig.
Meestal wordt het handvat ook nog eens sterk ingetaped zodat de speler meer grip heeft op de stick. Ook het blad wordt ingetaped, opdat de puck er niet al te makkelijk vanaf zou glijden.
De helm beschermt het hoofd bij een val op het ijs, en indien het een type is met aangebouwd masker, dan biedt het ook extra bescherming in het aangezicht (aanvliegende pucks ea.). Deze moet zo passend mogelijk zijn. Het gezichtsmasker wordt vastgemaakt aan de helm, en dient om het gezicht te beschermen. Dit masker kan in 2 verschillende vormen gedragen worden: plexiglas of de metalen kooivormige bescherming.
Hockey handschoenen: deze dienen strak aan te passen, indien ze te los zitten heb je minder grip op de stick. De handschoenen moeten aan de buitenkant zeer dik zijn, maar aan de binnenkant juist niet, anders heeft heeft men geen grip op de stick. De bedoeling van handschoenen is natuurlijk de polsen en handen te beschermen.
Scheenbeen- en elleboogbeschermers: Deze hebben als taak ervoor te zorgen dat je been of arm goed beschermd is bij een val op het ijs. Ook beschermen ze tegen slaande sticks en vliegende pucks. Ze zijn gemaakt van fiber en/of plastic.
Schouderbeschermers worden gedragen om kwetsuren te voorkomen als gevolg van extreem krachtige schokken en/of stoten ter hoogte van de schouders en sleutelbeen. Deze bescherming moet ook passend zijn daar er anders een zekere belemmering ervaren wordt bij het schaatsen, wat een tragere speelsnelheid voor gevolg kan hebben. Heupbescherming is ingewerkt in de bovenkant van de broek, en geeft buiten bescherming ook extra steun.
Verder zijn spelers tot 20jaar verplicht om een nekbeschermer te dragen om te voorkomen dat verwondingen aan hals of nek ontstaan.
Onzichtbaar, maar zeker niet onbelangrijk, wordt de schelp of tock onder de kleding als bescherming van de geslachtsdelen gedragen.
Om deze uitrusting te vervoeren is een grote tas nodig. Hierin bevinden zich ook nog een zweetpak, kousen met jarretellen, sticktape en eventueel reserveonderdelen om de uitrusting te repareren.Verder hebben de meeste spelers wel een tweede stick die soms in een sticktas vervoerd wordt.
De prijs van de uitrusting kan sterk variëren en is afhankelijk van de winkel en de verschillende merken. Startende junioren dienen rekening te houden met een prijs van om en bij 450€ voor de uitrusting (exclusief schaatsen en stick).